Duur: ongeveer 5 minuten per voorwerp
Werkvorm: klassikaal
Beoogde indicator: O1 De leerling gebruikt actief zijn zintuigen om een object, onderwerp of gebeurtenis te verkennen.
Benodigdheden: stoffen zak waar je niet doorheen kunt kijken, erfgoedvoorwerpen met gekke vormen (koffiemolen, aardappelstamper, kanten kapje, rozenkrans, klompje, foto met kartelrand, dagboek met slotje ed).
Ik stopte vijf voorwerpen in een stoffen zak. Eén leerling mocht één voorwerp voelen en vertellen wat hij/zij voelde. De hele groep (ook de leerling zelf) probeert te raden wat het is. Leerlingen wilden het eerst vooral zelf raden, maar naarmate er meer aan de beurt kwamen, wisten ze steeds beter wat ze moesten vertellen zodat de anderen mee konden raden.
Zelf heb ik vragen gesteld om ze op weg te helpen. De voorwerpen bleven in de zak tot er vijf leerlingen geweest waren (soms was het hetzelfde voorwerp, maar dat maakte niet uit). Daarna haalden we alle voorwerpen eruit en mocht iedere leerling gaan staan bij zijn/haar voorwerp. Klopte het? Een week lang heb ik dit iedere ochtend gedaan met steeds andere leerlingen en andere voorwerpen.