Duur: ongeveer 30 minuten
Werkvorm: groepjes van 4-8 leerlingen
Beoogde indicator: R4 De leerling vergelijkt zijn eigen ideeën en werk met die/dat van anderen.
Benodigdheden: evacuatie-afbeeldingen, 5x (bijvoorbeeld: emmer, slaapzak, paspoort, geld, tent, eten, drinken, sieraad, fotoalbum, telefoon, opladers, diploma’s, lucifers, laarzen ed)
Naar aanleiding van het bespreken van de Watersnoodramp in 1953, heb ik met mijn groep een evacuatiespel gespeeld. ‘Stel dat jullie nu moeten evacueren. Wat zou je meenemen? Dingen die veel geld waard zijn? Of dingen die je zelf heel belangrijk vindt? Dingen die je praktisch nodig hebt?’
Daarna kreeg ieder groepje 50 kaarten mee met afbeeldingen van voorwerpen. Iedere leerling bedacht voor zichzelf wat hij/zij zeker mee zou willen nemen. Daarna gingen ze evacueren. Binnen 5 minuten moesten zij met hun groep een selectie maken van 25 voorwerpen die zij konden meenemen. Vervolgens mochten er van de 25 voorwerpen nog maar 10 mee. Aansluitend konden er maar 5 voorwerpen mee.
De leerlingen namen per groepje de overgebleven 5 voorwerpen naar de kring mee en we bespraken vragen als: ‘wat zou je zeker meenemen? Hoe was het om keuzes te maken over wat je mee wilt nemen? Hoe hebben jullie dat in jullie groep aangepakt? Hebben jullie vooral gekozen voor praktische, emotionele of financiële waarde?’
Leerlingen overlegden veel bij de opdracht, ieder had wel andere ideeën maar ze moesten er toch samen uitkomen. De groepjes hadden ook een heel eigen aanpak. Door de tijdsdruk moesten ze snel beslissen, aan het einde hebben de leerlingen wel meer tijd om hun keuzes toe te lichten. Sommige groepjes kozen voor heel andere voorwerpen, dat hebben ze ook nog met elkaar vergeleken en besproken in de hele klas.