Driekoningen

groep 1 t/m 4

Lesidee over feesten en tradities

Tijdsbeslag: 20 minuten

Plaats van uitvoering: in de klas

Nodig: computer, internet, knutselspulletjes zoals papier, lapjes stof, glitters, lijm, schaar en kleurpotloden

Driekoningen, Driekoningen, 
geef mij ‘ne nieuwen hoed; 
M’nen ouwe is verslete, 
‘s moeder mag ‘t nie weten. 
‘s vaoder heget gèld 
al op de toonbank geteld.

Suggestie voor de dagopening op 6 januari

Lees de achtergrondinformatie hieronder.

Bespreek met de leerlingen dat 6 januari een bijzondere dag is, weet een van de leerlingen waarom dat zo is?

Bespreek met elkaar wat iedereen weet van dit feest. Mogelijke vragen: 

  • Wie viert het feest? Wat doen de leerlingen dan? 
  • Hebben ze weleens een driekoningenkoek gemaakt en gegeten? Hoe smaakte dat? Met wie hebben ze dat gegeten? Wie had de koek gemaakt? 
  • Welke liedjes zingen de leerlingen? 
  • Gaan ze langs de huizen en wat krijgen ze dan? Hoe reageren de mensen bij wie ze langs komen? 
  • Hebben de ouders deze traditie gevierd? Op dezelfde manier? Of zijn er ook verschillen? 
  • Zijn daar nog foto’s van? Neem ze mee en laat ze zien!

Driekoningen, een rijke traditie: achtergrondinformatie voor de leerkracht

Kinderen gaan langs de deuren, verkleed als drie koningen (meestal heeft er eentje een baard en een ander een bruin gemaakt gezicht) en zingen een lied. Zo kennen wij het vieren van Driekoningen vooral. De bedoeling is dat degene die de deur opent, snoep of andere lekkernijen aan de kinderen geeft om ze voor het lied te bedanken. We noemen zo’n gebruik een bedelzang. 

Driekoningen Zingen is van oudsher een christelijk feest dat het einde van de kersttijd markeert. 6 januari is de laatste van twaalf nachten vanaf Kerstavond, Driekoningen sluit de midwinterperiode af. Die hele periode vieren we allerlei feesten, zoals Kerstavond, Kerstmis, Onnozele Kinderen, Oudjaar, Nieuwjaar en Driekoningen. Bovendien zijn veel gebruiken van Driekoningen, zoals de bedelzang, de lampionnen en de taart met een boon erin, ook terug te vinden bij andere feesten zoals de SintMaartensviering, Halloween, Mardi Gras of Vastenavond.

In Noord-Brabant wordt Driekoningen nog vooral rond Tilburg gevierd. Maar in landen als Mexico, de Filippijnen, Rusland, Oekraïne, Ethiopië en ook dichter bij huis in Duitsland, Spanje, Frankrijk en België wordt Driekoningen ook gevierd, op allerlei verschillende manieren, zonder dat ze ons vreemd voorkomen. De motieven blijven telkens goed herkenbaar: bedelzang, lampionnen die de ster verbeelden, en bonen in taarten. Driekoningen is niet zomaar een christelijke feestdag van vroeger, die trouwens deels teruggaat op heidense feesten. Maar tegenwoordig is het bij uitstek een feest met tradities waarin juist kinderen een heel belangrijke rol spelen. Kinderen gaan bedelzingen, kinderen maken lampionnetjes, kinderen zoeken de boon in de taart om “koning voor een dag” te zijn.

Tradities als deze verbinden mensen, vanuit de wortels, in de hedendaagse samenleving. Abstracte begrippen als sociale samenhang en culturele identiteit worden pas concreet door deze tradities, in het vieren van Driekoningen zien we de kracht van culturele identiteit en sociale samenhang, op een heel kleine schaal (de school, de wijk, de buurt, of zelfs het gezin), overal anders en telkens anders.

Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed steunt het initiatief om Driekoningen Zingen in Brabant in leven te houden. De traditie is op de Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed van Unesco geplaatst. Om de traditie in ere te houden is niet alleen het bewaren en borgen van de traditie van belang, maar ook besef en gevoel. Alleen als mensen de waarde van de traditie begrijpen en de achterliggende verhalen kennen, kan deze levensvatbaar blijven. Levend houden begint dus met bewustzijn creëren.